Ondiepe horizontale ondergrondse infiltratie

Deze maatregel bestaat uit het ondergronds aanbrengen van een grindkoffer, infiltratiekratten of een infiltratie-riool met de bedoeling er regenwater te bufferen en vervolgens in de bodem te laten infiltreren. Deze maatregel wordt vaak toegepast onder of naast verharde oppervlakken, of naast onverharde oppervlakken waar geen ruimte is voor een infiltratiegreppel of waar de doorlatendheid van de bodem te gering is. Ze maken dubbel grondgebruik mogelijk, en hebben in het algemeen een grotere opslagcapaciteit dan bovengrondse infiltratievoorzieningen. Een typische uitvoeringsvorm van deze maatregel is ter hoogte van straatgoten onder de vorm van betonnen bakken waarin afstromend regenwater terecht komt. Perforatie in de bak laten infiltratie in de bodem toe.

Vereiste input:

• Intekenen polygoon waar de ondergrondse infiltratie wordt voorzien.
• Percentage verharde oppervlakte (binnen het projectgebied) die afwatert naar de ondergrondse infiltratie (standaard: 50%).
• Percentage onverharde oppervlakte (binnen het projectgebied) die afwatert naar de ondergrondse infiltratie (standaard: 20%).
• Vullingsdiepte die aangeeft welke waterdiepte de ondergrondse infiltratiezone kan bevatten alvorens over te lopen (standaard: 0,5m).