Hitte
Wat is het probleem?
De jaargemiddelde luchttemperatuur is sinds het midden van de 19de eeuw sterk toegenomen. Zo nam de gemiddelde temperatuur op aarde al met 1,1 °C toe t.o.v. de pre-industriële periode, en in ons land zelfs met 2,7°C. Niet alleen de gemiddelde temperaturen lopen op, we krijgen ook meer tropische dagen (warmer dan 30 °C) en hittegolven komen frequenter voor, duren langer en bereiken hogere temperaturen. In de jaren '70 was er in Vlaanderen om de vijf jaar een hittegolf, nu gebeurt dit jaarlijks.
Hittestress door stijgende temperaturen zien we vooral in de bebouwde omgeving, minder in de landelijke omgeving. Vooral ’s nachts loopt het temperatuurverschil tussen een stad en haar landelijke omgeving op tot enkele graden, soms zelfs met uitschieters tot 7 à 8 °C en meer. Hittegolven treden daardoor frequenter én intenser op in steden. Hoe groter de stad, hoe groter het effect. Ook afstand tot de zee en bodemsamenstelling spelen een rol. Groen in de stad heeft een belangrijk milderend effect.
Bekijk hitte op kaart in de impacttool »
Wat voorspellen de klimaatscenario's?
Luchttemperatuur stijgt
De temperatuur van de omgevingslucht zal in Vlaanderen alleen maar verder toenemen, en zeker tijdens de zomermaanden. De seizoensgemiddelde temperatuur kan in de zomers rond 2030 al 2,9 °C hoger en tegen 2050 4,4 °C hoger uitkomen dan in de referentieperiode rond 2000. Dit laatste komt overeen met een toename van 16,9 °C naar 21,3 °C. Naar het einde van deze eeuw toe kan die stijging van de zomertemperatuur zelfs nog heel wat groter uitvallen (+8,1 °C ten opzichte van de referentie).
Aantal extreem warme dagen stijgt, meer hittegolven
Het zijn vooral de uitschieters van extreem hoge temperaturen die voor gezondheidsimpact zorgen. En net het aantal hittegolfdagen lijkt erg snel te kunnen toenemen met een verdubbeling tussen de periode 2000-2018 en de periode rond 2030 (van 4 dagen in een gemiddelde zomer naar 11 dagen) en mogelijk al een vervijfvoudiging tegen 2050 (19 hittegolfdagen). Zelfs een toename met meer dan factor 10 rond 2100 (tot 51 hittegolfdagen in een gemiddelde zomer) valt nog niet uit te sluiten.
Geografische verschillen binnen Vlaanderen?
In het huidige klimaat zien we een spreiding van 2 hittegolfdagen per jaar aan de kust tot 6 of meer in sterk verstedelijkt gebied. Tegen 2050 wordt dat een spreiding van 12 hittegolfdagen aan de kust tot meer dan 24 hittegolfdagen in sterk verstedelijkt gebied landinwaarts en het oosten van Vlaanderen. Belangrijkste redenen voor dat ruimtelijke patroon zijn:
- verharding die de opgenomen warmte van overdag ’s nachts weer vrijgeeft, waardoor afkoeling wordt bemoeilijkt;
- de aanwezigheid van droge zandgronden waar minder verdamping plaatsvindt en invallende zonnestraling vooral wordt omgezet in warmere omgevingslucht;
- een afgezwakte invloed van een verkoelende zeebries.
Die steden en het oosten van Vlaanderen zijn ook de zones waar tegen 2030 het hittepeil al jaarlijks kan uitstijgen boven een drempel voor belangrijke hittestress: 60 hittegolfgraaddagen of meer. Dat is een niveau dat tot nog toe enkel in het centrum van grote steden werd opgetekend tijdens de warmste zomers. In de rest van Vlaanderen valt dit pas rond 2050 te verwachten.
En toch blijven er zelfs bij een hoog-impactscenario in 2050 koele(re) plekken in Vlaanderen bestaan waar de temperaturen een eind beneden die 60 hittegolfgraaddagen blijven. Steevast gaat het dan over bebost gebied en/of stromend water. Dat toont ook het potentieel van natte natuur en geeft de noodzaak aan van groenblauwe ingrepen in onze verstedelijkte omgeving om de mogelijke impact van toekomstige hittegolven te milderen.
Wat is de gezondheidsimpact van hitte?
Hogere temperaturen kunnen een belangrijke gezondheidsimpact hebben, zeker in stedelijke agglomeraties die relatief veel warmte vasthouden. Die gezondheidsimpact wordt niet enkel bepaald door de hoogte van de luchttemperatuur, maar ook door de aan-/afwezigheid van schaduw, de luchtvochtigheid en de windsnelheid. De gevoelstemperatuur (WBGT) houdt rekening met al deze parameters. En zowel onze arbeidswetgeving als de wetenschappelijke literatuur hanteert WBGT-drempelwaarden die rechtstreeks gelinkt worden met belangrijke gezondheidsimpact.
De impacttool van het Klimaatportaal brengt de meest hittegevoelige bevolkingsgroepen – jonge kinderen en ouderen – die geconfronteerd kunnen worden met gevoelstemperaturen boven die drempelwaarden op een extreme hittedag (terugkeerperiode 20 jaar) in beeld. In het huidige klimaat blijkt dat 8,9 % van de kwetsbare bevolking op zo’n extreem warme dag wordt blootgesteld aan gevoelstemperaturen waarbij ernstige gezondheidsschade te verwachten is. Maar onder invloed van klimaatverandering kan dit tegen 2030 reeds oplopen naar 31,3 %, en vervolgens zelfs naar 81,7 % in 2050. Tegen 2100 kan zelfs de totale kwetsbare bevolking (99,9 %) met schadelijke hitteniveaus geconfronteerd worden. Erg gelijklopende cijfers vinden we voor de locaties waar de kwetsbare instellingen (kinderopvang; kleuter-, lager- en buitengewoon onderwijs; ziekenhuizen en verzorgingstehuizen) zich bevinden.
Figuur: Locaties in Vlaanderen die uitstijgen boven de drempelwaardes van gevoelstemperatuur met belangrijke gezondheidsimpact (niveau 4 en 5) onder huidig klimaat en bij een hoog-impact klimaatscenario tot 2100
Bekijk hitte op kaart in de impacttool »
Hoe kan je de impact van hitte verminderen of voorkomen?
Kies met de plantool de maatregelen die het grootste effect hebben voor je volledige gemeente of tot op wijkniveau. Start de plantool »
Voeg tijdens de ontwerpfase van projecten klimaatadaptieve maatregelen toe en bereken hoe het project de buurt klimaatbestendig maakt. Start de projecttool »